Sin tunnis

Sin tunnis wordt gesproken in Sint Anthonis. Sin tunnis bevat 6 gezegden, 364 woorden en 4 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

6 gezegden

Doe en zeg wat je wilt, Jij stesst ik chillDoch en sis wost sto wost, do stresst ik chill
een niet zo betrouwbaar iemand, die er met de pet naar gooitdè is ter enne van lek mien vestje
hij is gecastreerdze hebbe hum z'n portemeneej afgenomme
iemand met weinig uitstralingunnen hultere
iemand op zijn gezicht slaaniemus op zunne moel pèren
Je moet goed eten anders ga je in het pierengaatjeGoed ete anders gaode in het pierekuuleke

364 woorden

'n kerelunne mins, unne kèl

A

aangestokenverpiert (bijv. 'n appel)
aanpunten (stok) ântoempe
aardappelenellepur
aardappels pittenpiepers pierte
adem (en) aojem (e)
afval / vuilnisorte
afvoerputjegutgat
allesd'n hele mikmak
amperkwelluk
arbeidererrebeijer
arm zijngenne rooje cent hebbe
armoedigermetierig
asfalt wegharde weg
asfaltwegtarweg
autoluxe waage

B

BagagedragerPakkendrager
bakhuisjebakhuuske
bangerikschiethuus
bejaardenhuisaauwmennekesgesticht, aauwmennekeshuus
bekeuringperses
bekijk het maarlèk mien sökk, lek me de tes
bekvechtenmoelen
belazerenbetoepe
ben je gek / kom nouziede nou helemaol betoeterd / zie de nou van un lötje getikt
ben je wel goed bij je hoofd?ziede wel wies geij?
Benauwd weerFous
benauwd zijnut op den aojem hebbe
beroertebeslag
bestekbakkettenbak
bijdehandgoed beij
bijkeukengeut
bijlaks
bijnabekant
binnenkortgaauwèèchtig
bleekpierrrig
bleek uitzienpierig kieke
BoekzakTes
boerenkoolboerekol
BomenBöm
BoomBom
boomgaardbóggerd
boos, mopperigkuummeluk
bordschottel
borrel of een biertje drinkenpruuven
boxlooprek
braadworstbraojwoarst
braaf meisjezuut mâtje
brakenkitse
bramenbrombeere
brandnetelsbráânnetels
bretelsgallege
brommig iemandunne knaojerd
broodbroeëd
brood (wit) mik
broodjebruuëdje
broodmesbródmes
bruiloftbrulluft
BunzingUlling

C

carbonadekermenaai
catechismuscattegés
chocoladereepunne kwatta
cognaccojjac

D

Dat gaat nietDeh Gunnie
dat is 't nou netdè ist ' m nou krèk
dat is moeilijkda's 'n hiiel angoan
dat lukt nietdè halt niks uut
dat mag je houdendè's vur haauwes
dat moet heel precies gaandè kumt naaw
de afwas doenschottele waasse
dialect sprekenplat praote
diarreeân de spel
die is nogal zuinigdè is un grote krint
die kan goed van 't woorddè's un smoel
dikwijlsduk
doodmoezo muuj as un maai
door de sloot lopendur de bèèk waaje
doosjedöske
draaierig zijnzwiemele
draaierig, duizeligzwiemelig
drachtigvarrig
dronkenzat / zo zat as un schup / bezoope / in den ôllie
druk pratensmoele
dubbele boterhammenróôndumme
duizendschoon (bloem) lievemenneke

E

eau de cologne, reukwaterklônnie
echterevvel
echtgenoot (miene) mins
echtgenotede vrouw
eekhoornekhor
een armeunnen ermoej zèèjer
een beetje'n kletje
een gezellige praterun auwfiep
een heleboelun dèl
een voor eenvur de voet weg
eituut-ei
er vandoor gaand'r uut nèèje
ergbieëstig
erwtenstruikèèrtestroek

F

fietslamp, zaklampun lucht

G

gaatjekuuleke
gammel, lustelooskweps
gemakkelijkhèndig
gevangenispetoet
gevangenisspinhuus
gezichtbakkes
gezichtmoel
gezinhuushaauwe
glijden op het ijsslibbere
gloeilamppear
glurenblie.ke
glurenblieke
goed feesten'm goed raake
gootsteengutsteen
grootvader / -moedergrotvat / -moet

H

hand / handjepoel / poeleke
handbijlhiep
hard weg lopend'r uut nèèje
hard weglopend'r tussenuut neèje
harkengriessele
heelèngel, bijv.; heij aat unnen engele koek (pannenkoek) alleen op
heel ergverrèkkes
heel erg gek zijnstabbelierend gek
heel goedbieestig goed
heleboelun del
helemaal nietgaar nie
helemaal volbaar vol
HerkauwenNirreken
het bliksemtut wèrlicht
het dondertut hommelt
het moeilijk hebbenut kwaoj hebbe
het regent hardhet regent dè' t zo zekt
hokkoj
hondjesoek
houtjehultje / kluske
huilenschriessen
huilen met veel emotieschrauwen
huiskamerd' n hèèrd

I

iemand die er bleek uit zietdie kiekt pierig uut
iemand die het werk niet van de hand kan krijgenun frot
iemand die je voor de gek houdt, uitlachtunne schiertsert
iemand slaan of iemand op zijn donder geveniemus op z'n kloote gève
iemand uitnodigen (voor het diner) iemus (op den eet) verzuuke
iemand waar je niet van op aan kuntdè is d' r enne van lik mien vesje
iets niet willen doen' t nie beteejt hebbe
inwoner van st. tunnisun zeikmeik

J

jammerzund
je bent niet goed wijsgeij hèt ze nie allemaol
je goede klerenut beste pak
je niet lekker voelenkwèps

K

kaantjeskoaje
kaarten schuddenschoekele
kachelpookraokel iezer
kalenderklender
kalfkieske
kalfmuk
kalfjemökske
kandijbroodkleuntjesmik
kerel (man) kèl
ketel om de was in te kokenbruuspot
kieskeurig zijndie is ter naauw ân
kieskeurige eterunne lèkmoel
kinderhandjepoeleke
kipkiep
kippe-eierentuuteier
kippentuten
klaarverrig
klagenkuume
klagenpermetiere
klein varkenkeuje
kleine bijlhiep
kleine jongenklötje
kletsenaawbette
kletsvrouwblaaj
kliekjes etende orte op ète
knedenknèèje
kniescheer, knéjj
koekuus
koekjemöpke
koolmeesjebejmeeske
kopjetas
korte, gebreide borstrokun liefke
kranighèl ; dè auw menneke is nog hèl
kribbignuuëtelig
kruisbesknoerzel
kuitenwaaje
kwajongenklòtjong

L

ladderleer
landloperschojjer
laptod
lapje / reepje grondstriemelke / bemmelke
LedeackerLéker
ledikantliddekáânt
let opkiek toch uut
leunstoelprôst
log groot iemandweules
lomp nors iemandunne karhingst
luizenmarktluûzemèrret
lukt 't?gugget?

M

madeliefjemeizoentje
medicijnenmillesiene
meisjesvrollie
melkromme
melk rijdenromkar vaare
melkboerrom-boer
melkbusromtuit
melktijdmellekustied
mestverspreiden met riekmééstbrèèke
met een tol spelenpindolle
mierzeikmeik
moedermoet
moeilijk praten / doenkuumen
Mok koffieKumke koffie
mopperenknoaje

N

naaktpieleke naks
naaktpielekenaks
naar verhoudingnaovenant
naast elkaarnèvvenèn
niet zeurenzit nie te maauwe
nors persoonunnen botskop
nors, niet te eerlijk persoonunne var

O

o wat ergoetoch
omruilen (um) tuuse
omslagdoekneuzik
onbehaardonbehöörd
onbehouwen pubergroete muk
onderbuik / geslachtprul
onderploegenoônderbowwe
oneconomischschailuk
oneerlijk spelenfoetele
onenigheid hebbenovverhoeëp ligge
onkruidpöön
onrustig iemanddrèèjkónt
onsmakelijk doorelkaar roerenmojjeke
ontsteking aan het oogstreuntje
onzinkwats op unne riek
oorvijgwèèj (wats) um de oore
oostenwindoeëstewiend
op blote voetenberrevoets
op goed gelukriêfraak
OplooPlô
opscheppensnuuve
oudersaawleui
over de toerendörgedrèèjd
overdrijvenoaverdriêve
overdrijvenovverdriêve
overhemdboezeroen

P

paardentandenperdstèènd
paasbroodpósbroeëd
pachtboerderijpáâchtpláts
pannekoeken bakkenkoek bakke
parelhoenpulpetaat
parochiehuispatternaat
perzikpierik
pijl en boogpielenboag
pindaollienötje
pissebedkelderzeug
plafondpluffon
platvoetenplatvuût
politiepliesie
pookraokeliezer
portemonneeknip (kniep)
praatjesmaker, opschepperunne zwetsmoel
precieskrek
precies hetzelfdekrek ender
prutsenfrotte
punaisepenèès
puntigtoempig

R

raamruut
ragebolspinnekop
ramen lappenruute waasse
rechterarmrechtsenèèrrem
rechterbeenrechtsebieën
regenwormunne piejr
ribfuwelen werkbroekmesjèsterse boks
rijdenvaare
rijksdaalderriksdálder
rijprowvoarst
rillenrijjere
rillen van de kourijjere as unne reiger
rode koolrójjekól
rommelknoei
rozenkransnostere
rozijnenresiene
ruilentuuse
ruilentuusse
ruzie makend'r óp père

S

schietvereniging (boogschieten) den doel
schommelruijer
schommelenruijere
schootslip
schreeuwenkwèèke
schrikdraadstoekdraod
schrikkenverschiete
seringenkreujnagel
slaag krijgensmerrus kriege
slaan / inelkaar slaanafhouwe
slordiglórtsig
smeerlap / smerig voddel / vuulen del
smokkelenkoetelen
sneeuwsnew
snel lopenbesseme
snoeibijlhiep
sokkenzuk
somsmukkieërus
spattenspiertse
speculaaskläoske
spelen met waterpoelieje
spetterenspiertsen
spittenspajen
spreeuwspraon
spuwen / spugen / overgevenspeeje
straatstraot
stuiptrekkenlellupoeëte

T

teems, melkzeefzeijschottel
traag en met tegenzin kauwennerke
tractorhuif van ijzeren stangen en canvas doekNiekenton
tralie (s) spiel (le)
traplier
troep, rommelvuuligheid, knoei
trots iemandunne grötnek
tuinboonwullebon

U

uijuun
UiteindelijkEngsele

V

vaak dronkenduk zat
Vaak genoegDuk zat
vaatdoekschottelslet
vadervat
vakerdukker
vals spelenfoetele
van zelfvan eiges
vanzelfvan ègus
varken, zeugzog
veel uit gaanschuupe
vergeet 't maarschrief ut mar onder de klomp
vergietdurslag
verkouden wordende klets kriege
vervelende jongenstrekeloor
vicarisverkárrius
Vlaaamse gaai.martkolver
vlakbaar
voederbietmangel
volle buik door drinkenunne poeliebuuk
vorkverket
vrijwel hetzelfdebraafénder
vrouwvrommes
vrouwvrommus
vuile schoenenvuul klös

W

waardeloos spulgrote knoei
wat zei je?wa zedde?
wat zei u?hè?
wei met draad omheinenglinten
WervelwindUnne hauwmauw
Westerbeekd'n Twist
wieden / uitdunnengaeje

Z

zakdoektesneuzik
ZakdoekTesnuzzik
zandaardeèèrt
zelfeigus
zeurenzèvere
zoetekauwlèkmoel
zulthoofdkaas
zustertjenunneke
zwerverschojjer

4 opmerkingen

  1. Sin Tunnis wordt gesproken in Sint Anthonis in Noord-Brabant
  2. beloken pasen = belooke paose
    beloken komt van het Vlaams, betekent sluiten
    in het woord beloken zit het woord luiken en dat zijn dingen om iets af te sluiten.
    Op beloken pasen wordt het paasfeest dat dus eigenlijk een hele week duurt, afgesloten.
  3. belooke pasen is de eerste zondag na pasen
  4. blooke paose, is dat nou palmpasen of 2e paasdag? ik kan d'r nie mer óp komme, help 's efkes